|
de dames |
Als we via de voormalige melkopslagruimte de stal binnenkomen horen we
achter de tussendeur al een ongeduldig geloei van de dames. Het is tegen vieren
’s middags en de koeien weten en voelen dat het tijd is om de buikjes te
vullen. De boer lacht, hij weet precies wat er in zijn harem omgaat. Of moet ik
zeggen, het harem van meneer Stier? Want die heeft het riant naar zijn zin als
enige man tussen 30 jonge blommen! De koeien worden door de twee boeren (het
zijn broers) als kleine meisjes gekocht en verzorgd en opgevoed tot ze oud
genoeg zijn om gedekt te worden. Dan, als de zwangerschap een feit is, worden
de moeders-in-spé weer doorverkocht met een kostbaar en zorgvuldig gefokt
nageslacht in de buik. Het is een zich herhalende cyclus en zo te zien en te
horen verveelt het de twee broers nog lang niet.
|
de oude stal |
Sinds de beslissing om geen
melkkoeien meer te houden is het werk er ook een stuk lichter en minder
tijdrovend op geworden. Hoewel, op een boerderij is natuurlijk altijd wat te
doen. Op het erf wordt snel duidelijk welk gedeelte nog in gebruik is. De rest
van de schuren en stallen getuigen van een rijk en arbeidzaam boerenleven. Ook
het woonhuis lijkt op een illustratie uit een vooroorlogs leesboekje, met de
markante groen-rood-witte luiken voor de ramen en het opvallende opkamertje aan
de zijkant. Nostalgie alom!
Het is duidelijk, we zijn op 1 van de 2 laatste
boerderijen in een klein dorp. De beide boeren hebben de familieboerderij nog
lang niet losgelaten. Aanvankelijk reageren ze wat terughoudend, maar als
blijkt dat onze belangstelling gemeend en oprecht is, komen de broers los en
vertellen geweldige verhalen en anekdotes. Ze zijn duidelijk trots op hun
jarenlange ervaring in het fokken van hun koeien en van kindsbeen betrokken bij
het reilen en zeilen van het boerenleven.
Het is een bont gezelschap in de stal. Er is een tijd geweest, dat de broers
het eindelijk voor elkaar hadden: net zo lang fokken en uitproberen tot de
koeien een egaal rode vacht hadden, zonder ook maar enig vlekje. In het dorp
wist iedereen: als je rode koeien in de
wei zag lopen zijn ze van die boerenfamilie. Dat was een ongeschreven wet!
Die
tijd is geweest, maar voor mij als leek, zijn de koeien van nu nog steeds
prachtig. Juist de variatie in kleur en uiterlijk maakt ze tot een lust voor
het oog. Ik zie rood-witte, geel-witte en blauwiggrijs-witte koeien in alle
denkbare combinaties. Ook het haar zelf is steeds anders: van weelderige
krullen boven de ogen tot een strakke rechte pony: een kapper zou
trots zijn op zoveel kapsels.
|
voer genoeg in voorraad |
Terwijl de boeren aan de slag gaan met BIX en gedroogd gras, waar door de
jongedames gulzig op aangevallen wordt, slaan wij de bedrijvigheid gade en
vragen honderduit. Ik wil weten of de koeien, die aan de ketting tussen hekjes
staan, gaan liggen als ze ’s nachts slapen. Dat blijkt het geval. Als de boer
’s ochtends vroeg komt en heel zachtjes de stal in gaat, staan de koeien als 1
vrouw op en zijn ze gelijk wakker en alert! Dat zou ik graag eens zien. Wat ook
een feest is om mee te maken, is de eerste keer in het jaar dat de koeien naar
buiten mogen. De boer vertelt, dat ie blij zal zijn als de koeien voor 1 mei
van het jaar buiten kunnen zijn. Eerder kan meestal niet. Niet omdat het ’s
nachts te koud is, maar vooral de nattigheid is een puntje van aandacht. Als
het lang geregend heeft of een erg nat voorjaar is geweest, wordt het weiland
te drassig en vertrappen de koeien zelf hun kostbare voer (het gras) en dat is
natuurlijk niet de bedoeling. Maar als het verantwoord is om de koeien naar
buiten te doen, heerst er een opgewonden sfeer in de stal. Voorzichtig worden
de kettingen losgemaakt en wat dan volgt…… de meisjes weten van gekkigheid niet
waar ze het zoeken moeten als ze zomaar ineens naar buiten mogen. Ze loeien en
springen en maken elkaar helemaal gek van vreugde! Ik heb nu al stilletjes de
wens dat het dit jaar op mijn vrije dag of in het weekend zo ver mag zijn, want
zou het graag met eigen ogen aanschouwen.
|
Genoeg bewegingsruimte! |
Maar nu staan ze al een aantal maanden binnen en wordt er
flink gevoerd om ze dik en vruchtbaar te laten worden. Ze zien er inderdaad
blakend uit! Het valt me op dat de meesten hun horens nog hebben en ik vraag of
dit bewust zo gelaten wordt en of ze elkaar er geen pijn mee doen. Gelukkig
hebben ze genoeg bewegingsvrijheid, zodat dit niet het geval is. Toch komt het
weleens voor dat ze, bijvoorbeeld als ze een nieuwe buurvrouw krijgen, met
elkaar gaan ruziën en dan is een wondje van zo’n scherpe hoorn geen
uitzondering. In kleinere stallen, waar de koeien met hun kop in een smalle
voerbak moeten passen, worden de horens vaak wel afgezaagd. Bij een van de koeien
zie ik een lelijke wond boven de ogen. Het blijkt dat deze dame heeft staan
schuren tegen het hek en als daar een scherp kantje aan zit is dat natuurlijk
heerlijk voor de jeuk, maar bestaat ook de kans op een bloedende plek! Tja,
jeuk of pijn, wat heb je liever? Intussen vertellen de broers om en om en vullen elkaar aan. Zo vertellen
ze het verhaal van de 8 koeien die ineens kwijt waren. Ze stonden in het kleine
schuurtje in de wei en ’s ochtends bleek dat de deur opengebroken was: 8 koeien
weg! De boeren zoeken en zoeken, zagen
overal pootafdrukken, maar de koeien zelf waren in geen velden of wegen te
bekennen. Hoorden ze later in het dorp dat een bewoonster dacht dat er ’s
nachts een man voor het raam liep! Maar het bleek dus een vande koeien te zijn. De volgende dag waren alle 8 koeien weer
terug en lagen heerlijk rustig achter het schuurtje te herkauwen!
Het instinct van bijvoorbeeld katten, die maandenlang en
mijlenver van huis zijn en toch de weg terug weer vinden, hebben koeien ook! Op
een dag moesten de broertjes, jongens van een jaar of 8,9 nog, een koe voor de
slacht wegbrengen naar de slager in het buurdorp. De koe was verkocht, maar
moest nog even een tussenstop maken in een ander weiland. De jongens brachten
de koe over de straat weg, lieten de koe achter in de wei en liepen het hele
eind terug, waren zeker 30-45 minuten onderweg. Thuisgekomen bleek de koe
alweer op de boerderij te staan. Het eigengereide beest was gewoon binnendoor
over het weiland weer teruggegaan, alsof ze wilde zeggen dat ze nog niet klaar
was met het boerenbuitenleven!
|
het boerenerf |
De broers raken niet uitverteld. Kan ook niet anders, met een familie-
en boerderijverleden dat teruggaat tot in de 19e eeuw. Toen begon de
opa van de beide broers met boeren, destijds nog op een andere plek dan het
woonhuis. Elke dag heen en weer lopen naar het dorp met emmers vol met melk!
Het was hard en intensief werken. Toen de kans zich voordeed, besloot Opa een
boerderij te bouwen wat dichterbij het dorp.
Nog later, in de jaren
1910-20 viel het oog op twee arbeidershuisjes te midden van de teeltgronden
verderop. Deze werden aangekocht en langzaamaan kreeg de “nieuwe” boerderij
vorm.
Door de jaren heen werd het boerenerf steeds verder
uitgebouwd tot de huidige staat. De vraag is hoe lang de boerderij nog op deze
plek mag blijven staan in verband met de plannen voor herinrichting van dit poldergebied.
Wat blijft, is de passie en werklust van de beide broers.
Het geloei van de koetjes is nog niet verstomd...
©2014 Hedwig Elisabeth
alle foto's op deze pagina door Dirk van Egmond/Treffend Beeld
Geen opmerkingen:
Een reactie posten