zaterdag 2 januari 2016

Dertig koeien en een stier


de dames
Als we via de voormalige melkopslagruimte de stal binnenkomen horen we achter de tussendeur al een ongeduldig geloei van de dames. Het is tegen vieren ’s middags en de koeien weten en voelen dat het tijd is om de buikjes te vullen. De boer lacht, hij weet precies wat er in zijn harem omgaat. Of moet ik zeggen, het harem van meneer Stier? Want die heeft het riant naar zijn zin als enige man tussen 30 jonge blommen! De koeien worden door de twee boeren (het zijn broers) als kleine meisjes gekocht en verzorgd en opgevoed tot ze oud genoeg zijn om gedekt te worden. Dan, als de zwangerschap een feit is, worden de moeders-in-spé weer doorverkocht met een kostbaar en zorgvuldig gefokt nageslacht in de buik. Het is een zich herhalende cyclus en zo te zien en te horen verveelt het de twee broers nog lang niet. 

de oude stal
Sinds de beslissing om geen melkkoeien meer te houden is het werk er ook een stuk lichter en minder tijdrovend op geworden. Hoewel, op een boerderij is natuurlijk altijd wat te doen. Op het erf wordt snel duidelijk welk gedeelte nog in gebruik is. De rest van de schuren en stallen getuigen van een rijk en arbeidzaam boerenleven. Ook het woonhuis lijkt op een illustratie uit een vooroorlogs leesboekje, met de markante groen-rood-witte luiken voor de ramen en het opvallende opkamertje aan de zijkant. Nostalgie alom! 

Het is duidelijk, we zijn op 1 van de 2 laatste boerderijen in een klein dorp. De beide boeren hebben de familieboerderij nog lang niet losgelaten. Aanvankelijk reageren ze wat terughoudend, maar als blijkt dat onze belangstelling gemeend en oprecht is, komen de broers los en vertellen geweldige verhalen en anekdotes. Ze zijn duidelijk trots op hun jarenlange ervaring in het fokken van hun koeien en van kindsbeen betrokken bij het reilen en zeilen van het boerenleven.
Het is een bont gezelschap in de stal. Er is een tijd geweest, dat de broers het eindelijk voor elkaar hadden: net zo lang fokken en uitproberen tot de koeien een egaal rode vacht hadden, zonder ook maar enig vlekje. In het dorp wist iedereen:  als je rode koeien in de wei zag lopen zijn ze van die boerenfamilie. Dat was een ongeschreven wet!
Die tijd is geweest, maar voor mij als leek, zijn de koeien van nu nog steeds prachtig. Juist de variatie in kleur en uiterlijk maakt ze tot een lust voor het oog. Ik zie rood-witte, geel-witte en blauwiggrijs-witte koeien in alle denkbare combinaties. Ook het haar zelf is steeds anders: van weelderige krullen boven de ogen tot een strakke rechte pony: een kapper zou trots zijn op zoveel kapsels.
 

voer genoeg in voorraad
Terwijl de boeren aan de slag gaan met BIX en gedroogd gras, waar door de jongedames gulzig op aangevallen wordt, slaan wij de bedrijvigheid gade en vragen honderduit. Ik wil weten of de koeien, die aan de ketting tussen hekjes staan, gaan liggen als ze ’s nachts slapen. Dat blijkt het geval. Als de boer ’s ochtends vroeg komt en heel zachtjes de stal in gaat, staan de koeien als 1 vrouw op en zijn ze gelijk wakker en alert! Dat zou ik graag eens zien. Wat ook een feest is om mee te maken, is de eerste keer in het jaar dat de koeien naar buiten mogen. De boer vertelt, dat ie blij zal zijn als de koeien voor 1 mei van het jaar buiten kunnen zijn. Eerder kan meestal niet. Niet omdat het ’s nachts te koud is, maar vooral de nattigheid is een puntje van aandacht. Als het lang geregend heeft of een erg nat voorjaar is geweest, wordt het weiland te drassig en vertrappen de koeien zelf hun kostbare voer (het gras) en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Maar als het verantwoord is om de koeien naar buiten te doen, heerst er een opgewonden sfeer in de stal. Voorzichtig worden de kettingen losgemaakt en wat dan volgt…… de meisjes weten van gekkigheid niet waar ze het zoeken moeten als ze zomaar ineens naar buiten mogen. Ze loeien en springen en maken elkaar helemaal gek van vreugde! Ik heb nu al stilletjes de wens dat het dit jaar op mijn vrije dag of in het weekend zo ver mag zijn, want zou het graag met eigen ogen aanschouwen.


Genoeg bewegingsruimte!
Maar nu staan ze al een aantal maanden binnen en wordt er flink gevoerd om ze dik en vruchtbaar te laten worden. Ze zien er inderdaad blakend uit! Het valt me op dat de meesten hun horens nog hebben en ik vraag of dit bewust zo gelaten wordt en of ze elkaar er geen pijn mee doen. Gelukkig hebben ze genoeg bewegingsvrijheid, zodat dit niet het geval is. Toch komt het weleens voor dat ze, bijvoorbeeld als ze een nieuwe buurvrouw krijgen, met elkaar gaan ruziën en dan is een wondje van zo’n scherpe hoorn geen uitzondering. In kleinere stallen, waar de koeien met hun kop in een smalle voerbak moeten passen, worden de horens vaak wel afgezaagd. Bij een van de koeien zie ik een lelijke wond boven de ogen. Het blijkt dat deze dame heeft staan schuren tegen het hek en als daar een scherp kantje aan zit is dat natuurlijk heerlijk voor de jeuk, maar bestaat ook de kans op een bloedende plek! Tja, jeuk of pijn, wat heb je liever? Intussen vertellen de broers om en om en vullen elkaar aan. Zo vertellen ze het verhaal van de 8 koeien die ineens kwijt waren. Ze stonden in het kleine schuurtje in de wei en ’s ochtends bleek dat de deur opengebroken was: 8 koeien weg!  De boeren zoeken en zoeken, zagen overal pootafdrukken, maar de koeien zelf waren in geen velden of wegen te bekennen. Hoorden ze later in het dorp dat een bewoonster dacht dat er ’s nachts een man voor het raam liep! Maar het bleek dus een vande koeien te zijn. De volgende dag waren alle 8 koeien weer terug en lagen heerlijk rustig achter het schuurtje te herkauwen!
Het instinct van bijvoorbeeld katten, die maandenlang en mijlenver van huis zijn en toch de weg terug weer vinden, hebben koeien ook! Op een dag moesten de broertjes, jongens van een jaar of 8,9 nog, een koe voor de slacht wegbrengen naar de slager in het buurdorp. De koe was verkocht, maar moest nog even een tussenstop maken in een ander weiland. De jongens brachten de koe over de straat weg, lieten de koe achter in de wei en liepen het hele eind terug, waren zeker 30-45 minuten onderweg. Thuisgekomen bleek de koe alweer op de boerderij te staan. Het eigengereide beest was gewoon binnendoor over het weiland weer teruggegaan, alsof ze wilde zeggen dat ze nog niet klaar was met het boerenbuitenleven!

het boerenerf
De broers raken niet uitverteld. Kan ook niet anders, met een familie- en boerderijverleden dat teruggaat tot in de 19e eeuw. Toen begon de opa van de beide broers met boeren, destijds nog op een andere plek dan het woonhuis. Elke dag heen en weer lopen naar het dorp met emmers vol met melk! Het was hard en intensief werken. Toen de kans zich voordeed, besloot Opa een boerderij te bouwen wat dichterbij het dorp.
Nog later, in de jaren 1910-20 viel het oog op twee arbeidershuisjes te midden van de teeltgronden verderop. Deze werden aangekocht en langzaamaan kreeg de “nieuwe” boerderij vorm.
Door de jaren heen werd het boerenerf steeds verder uitgebouwd tot de huidige staat. De vraag is hoe lang de boerderij nog op deze plek mag blijven staan in verband met de plannen voor herinrichting van dit poldergebied.

Wat blijft, is de passie en werklust van de beide broers. Het geloei van de koetjes is nog niet verstomd...

©2014 Hedwig Elisabeth
alle foto's op deze pagina door Dirk van Egmond/Treffend Beeld


Geen opmerkingen:

Een reactie posten